Congresprogramma
De inhoud van het wetenschappelijk programma zal bestaan uit lezingen van keynote speakers, abstracts in de vorm van voordrachten en posters,
case-reports, discussies, etc.
Klik op Uitslag abstracts 2018 (medio februari) voor de informatie over deze presentatievorm en die van de posters!
Tevens is daar het abstractkatern te lezen en te downloaden.
Paramedisch programma
Blokschema: Klik hier
Programma dinsdag: Klik hier
Programma woensdag: Klik hier
Medisch programma
Blokschema: Klik hier
Programma dinsdag: Klik hier
Programma woensdag: Klik hier
Abstractkatern: klik hier
Posterkatern: klik hier
Toelichting op de sessies (op volgorde van sessienummers):
Sessie 1: Plenaire opening
Einde van het intramurale ziekenhuis, Lucien Engelen
Sessie 2: Transplantation, J.S. Sanders, M. Baas
J.S. Sanders: Gedreven door het tekort aan postmortale nierdonoren en de betere uitkomsten groeien de aantallen levende nierdonoren in Nederland gestaag. Een accurate donorscreening is essentieel, enerzijds om zoveel mogelijk patiënten te transplanteren en anderzijds om de veiligheid van de donoren zo goed mogelijk te waarborgen. In deze voordracht zal worden ingegaan op belangrijke aspecten van de donorscreening zoals de nierfunctiemeting, cardiovasculaire risicofactoren en leefstijl.
M. Baas: Overzicht van de nieuwe (voorlopige) landelijke richtlijn voor de voorbereiding van de ontvanger.
Lastige items/discussie punten
verschillen (en waarom) tussen de verschillende transplantatie centra in nederland
Ruimte voor melden van knelpunten bij de voorbereiding van ontvangers van een niertransplantaat door onze partners in de regio.
Sessie 3: Blood pressure targets in hemodialysis patients, C. Franssen
Bij het formuleren van bloeddruk targets bij HD patiënten moet je niet alleen de pre-dialyse bloeddruk maar ook het bloeddrukbeloop tijdens dialyse en tussen de dialyses betrekken. De bloeddruk voor dialyse is bij een groot deel van de patiënten niet representatief voor de bloeddrukken tussen de dialyses in. I.t.t. de algemene populatie laten observationele studies bij HD patiënten zien dat eerder lage en normale bloeddruk geassocieerd zijn met verhoogd mortaliteit dan hoge bloeddruk. Er zijn slechts een beperkt aantal gerandomiseerde trials en er is maar 1 trial die verschillende bloeddruk-targets bij HD patiënten heeft vergeleken waarbij er een trend was tot een nadelig effect in de lage bloeddruk-target groep.
Nastreven van een lagere bloeddruk door het verlagen van het streef-gewicht en/of met medicatie gaat vaak gepaard met een toename van de frequentie en ernst van dialyse hypotensie en kan zo juist bijdragen aan een verhoogde incidentie van CV events en cognitieve stoornissen door witte stofafwijkingen. Het is dus zaak een goede balans te vinden tussen bloeddrukken buiten en tijdens de dialyse. Als dat niet lukt binnen een conventioneel dialsye-schema is is een aanpassing van het dialyse-beleid nodig: Intensievere (vaker en of langer) HD is geassocieerd met een lagere bloeddruk en minder dialyse hypotensie. Uiteraard is het is belangrijk om te individualiseren.
Sessie 4: Trending Topics ASN, I. Macdougall en P. Ronco
Sessie 5: Clinical pathological conference
M. Abdulhamid:
C. Peutz: Hereditaire nierschade bij volwassenen. Dit zal besproken worden aan de hand van 2-3 casus, interactief te bespreken door patholoog en klinicus.
Sessie 6: Abstracts
Sessie 7: Pediatric nephrology, M. Lilien, E. Dorresteijn en M. Oosterveld
M. Lilien: Pediatric kidney disease is often congenital and the result of rare genetic causes. The recently installed European Rare Kidney disease Network is a platform for exchange of knowledge, collection of data on these rare diseases and aims to ratify guidelines. As survival of these patients to adulthood is increasing, the internist-nephrologist should be aware of the causes and long-term consequences of these diseases.
E. Dorresteijn: In 20 minuten zal ik achtereenvolgens bespreken:
- mogelijke interventies antenataal.
- Presentatie en gevolgen postnataal.
- kleppen en transplantatie
- lange termijn gevolgen
S. Garelfs: “Primaire Hyperoxalurie is een te vaak gemiste diagnose die vooral bij volwassen patienten tot nierinsinsufficientie en ernstige systemische oxalose kan leiden, een situatie waarin behandeling uiterst gecompliceerd kan zijn. Aan de hand van enkele casussen wordt een overzicht gegeven van verschijningsvorm en diagnostiek en een state of the art van nieuwe behandelingen die op dit moment in fase 1 of 2 worden getest.”
Sessie 8: Theses presentations
Sessie 9: 'Hybernation', R. Henning en D. Kuypers
R. Henning: During the entire winter, small hibernating animals such as hamster, bat and squirrel cycle through periods of 4-10 days of extreme body cooling - typically around 0-4 0C - alternated with short periods of ultra rapid and full rewarming. Remarkably, they do not suffer organ/kidney damage. Rob Henning discusses the various mechanisms that make this is possible, and the exploitation of these in preservation of organ function in no-hibernators such as humans.
D. Kuypers:
Sessie 10: Plenaire sessie
Prijzen sessie met geïnformeerde winnaars en slotspreker Pierre Wind, Eten is een feestje.
Sessie 11: NfN-publicatieprijzen en Nierstichting, Crossing the valley of death
Sessie 12: Farmacology, M. Wilmer en T. v Gelder
Prediction of drug-induced kidney toxicity during drug development is currently lacking sufficient reliability using currently available in vitro or in vivo models. The introduction of improved biological culture systems with improved physiological relevance in early safety assessment will increase our mechanistic insights associated with the development of renal toxicity, often involving the renal proximal tubule epithelium. Organ-on-a-chip technology provide a promising tool in this direction, as it allows regeneration of a renal tubule structure that is mimicking the microenvironment including multi-compartmentalization and exposure to fluid sheer stress.
Sessie 13: Multidisciplinair symposium, E. v.d. Laar, E. Gieteling, C. Douma, A. Kerckhoffs (voorzitter)
Bekwaam om te dialyseren onbekwaam om te stoppen
Discussie met panel en zaal over ethische vragen en praktische problemen bij het stoppen met dialyseren.
Sessie 14: NfN-sessie, huishoudelijke vergadering
Agenda huishoudelijke vergadering: Klik hier
Sessie 15: NfN-sessie, klinische vergadering
Agende klinische vergadering: Klik hier
Sessie 16: Abstracts
Sessie 17: Abstracts
Sessie 18/19:
Senescence, Marjolein Baar
Consortia, C. van Kooten
In this presentation I will provide an overview of the role of complement in various renal diseases and how the medical need to improve our knowledge on this subject has resulted in the establishment of the COMBAT consortium. In this consortium, supported by the Dutch Kidney Foundation, investigators from Groningen, Nijmegen, Utrecht and Leiden jointly work on improving the diagnostic toolbox to facilitate the introduction and use of novel complement-directed therapeutic agents.
Sessie 20: Dianet 50 jaar Thuis in Dialysezorg: Hoe het was; hoe het is, hoe het kan, Dianet
Voorzitter: W. Hingst, voorzitter Raad van Bestuur Dianet
J. Groothoff, Kindernefroloog en hoogleraar kindernefrologie AMC Amsterdam
(Thuis)Dialyse hoe het was
Chronische nierfunctievervangende therapie is voor kinderen zeer ingrijpend. Het leidt in veel gevallen tot een vroegtijdig overlijden, gaat gepaard met veel co-morbiditeit en heeft een belangrijke impact op psychosociale en lichamelijke ontwikkeling. Langdurige conventionele dialyse therapie is hierbij de belangrijkste negatieve factor. Inzicht hierin heeft afgelopen 25 jaar in Nederland geleid tot een aanzienlijke aanpassing van beleid. Het aantal kinderen met conventionele centrum dialyse behandeling is significant afgenomen ten gunste van pre-emptieve transplantatie en thuis(hemo) dialyse behandeling. Er zal een overzicht gegeven worden van deze ontwikkelingen in Nederland in vergelijking met de situatie in de rest van Europa en in het perspectief van de meest optimale behandeling op grond van bevindingen
F. Boereboom, internist/nefroloog, Medisch Directeur Dianet
(Thuis)Dialyse hoe het is
Thuisdialyse in huidig tijdsgewricht
Denkt u ook niet regelmatig “zou het deze patiënt niet beter passen thuis te dialyseren?”.
In deze voordracht, als onderdeel van de sessie van Dianet, 50 jaar thuis in thuisdialyse, wordt u geïnformeerd over actuele zaken betreffende thuisdialyse met focus op thuishemodialyse.
In de voordracht krijgt u een overzicht over de ontwikkelingen in aantallen patiënten dat thuis meteen vorm van dialyse wordt behandeld. De gerelateerde consequenties van demografische veranderingen (vergrijzing en verzilvering) en stijgende comorbiditeit voor thuisdialyse zullen worden belicht.
Ook wordt u geïnformeerd betreffende ontwikkeling op het gebied van IT en E-health waarbij moeilijkheden en grenzen anno 2018 worden toegelicht.
Nieuwe ontwikkeling buiten de zorg, value based health care, shared decission making, zelfmanagement en externe invloeden zullen worden besproken als inleiding op de volgende spreker.
R. Visser, onderzoeksverpleegkundige Dianet
(Thuis)Dialyse hoe het kan
Waarom zelfmanagement
Niet iedereen kan meekomen in de participatiemaatschappij. Wanneer we kijken naar zelfmanagement bij dialysepatiënten is dit niet anders. Intuïtief faciliteren we patiënten die een impliciete drive hebben zichzelf te willen managen. Patiënten die niet (direct) in actie komen behandelen we doorgaans passief. De mate waarin Zelfmanagementgedrag is aan te leren en behoort inmiddels tot de kern van de verpleegkunde. De mate van activatie van patiënt kunnen we meten met de Patient Activation Measurement (PAM)(Hibbard & Mahoney, 2010). De PAM geeft ons de mogelijkheid patiënten in te delen in 4 verschillende niveaus van activatie en stelt de zorgverlener in staat de zorg te laten aansluiten op het activatieniveau van de patiënt. Patiënten die extra zelfmanagementondersteuning nodig hebben kunnen met dit instrument worden geïdentificeerd. De begeleiding van dialysepatiënten verschuift in dit licht langzaam van het behandelen naar het begeleiden van patiënten. De patiënt centraal stellen kan alleen als de zorgverlener zich zeer goed verdiept in de beleving van ziekte en gezondheid door de patiënt. Werkelijke aandacht voor de persoon, zijn doelen en problemen is belangrijk. Echte oprechte aandacht is voor de mens bijna onweerstaanbaar en de relatie tussen verpleegkundige en patiënt is daarin heel belangrijk. Kwalitatief onderzoek onder patiënten laat 3 niveaus van verpleegkundige handelen zien (Dierckx de Casterle, 2015).
Minimale zorg: de verpleegkundige levert functionele zorg gericht op ziekte en lichamelijke klachten.
Professionele zorg: de verpleegkundige probeert de probleemgebieden voor de patiënt in kaart te brengen en oplossingen hiervoor aan te dragen maar de relatie is nog steeds ongelijkwaardig: expert-patiënt in tegenstelling tot Skilled Companionship.
Skilled companionship gaat uit van een gelijkwaardige relatie tussen patiënt en verpleegkundige waarbij sprake is van wederzijds vertrouwen. De kennis en kunde wordt gecombineerd met medemenselijkheid. Dit vereist een hoog empathisch vermogen van de verpleegkundige en het welzijn van de patiënt staat op de voorgrond.
zelfmanagementondersteuning vereist skilled companionship om goed uit de verf te komen. Maar tijdsdruk en het focus op de lichamelijke kant van zorg zijn vaak een belemmering om deze vorm van zorg goed vorm te geven.
Sessie 21: Body Composition Monitoring, W. Visser & M. Dekker
De kern van het generieke model zelfmanagement bestaat uit de relatie en de wisselwerking in die relatie tussen zorgverlener en de patiënt. Een relatie gebaseerd op skilled companionship geeft de patiënt wat hij het liefste wil en legt de nadruk op de specifieke en unieke deskundigheid van de verpleegkundige in haar relatie tot de patiënt. Naast skilled companionship wordt de Patient Activation Measure gebruikt om de door de patiënt ervaren eigen regie in kaart te brengen en met zorgplannen daar zeer bewust op aan te sluiten.
Sessie 22: Diabetes en Voeding, B. Potter van Loon, L. Beil & L. van Buren
v. Buren: Als er sprake is van chronische nierschade en diabetes komen de dieetrichtlijnen bij chronische nierschade of hemodialyse of peritoneale dialyse samen met de voedingsrichtlijn bij diabetes. Bij chronische nierschade is er sprake van een dieet met aandacht voor natrium, eiwit, kalium, fosfaat en vocht. De voedingsrichtlijn bij diabetes is gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding.
Hoe kun je bepalen welke dieetadviezen bij chronische nierschade en voedingsadviezen bij diabetes van toepassing zijn? Hoe pas je het dieetadvies (en diabetesmedicatie) aan bij achteruitgang van de nierfunctie? Er wordt gebruik gemaakt van casussen om de onderwerpen te bespreken.
Potters van Loon: Diabetesbehandeling verandert snel de laatste jaren; nieuwe klassen geneesmiddelen worden toegelicht, de voordelen en de nadelen en hun inzetbaarheid en nut voor dialyse- en predialysepatienten. De richtlijnen hieromtrent veranderen snel met de veranderende inzichten en de verbetering van de prognose voor diabetes patienten, ook die aan de dialyse. Ook de nieuwe concept richtlijn van de NND zal grote veranderingen teweegbrengen in de behandeling van diabetes patienten met nierinsufficiëntie en de praktijkvoering.Tenslotte zal stilgestaan worden bij de evidence die voorhanden is bij dialysepatienten omtrent glucoseregulatie.
Pomptherapie en sensortherapie, de oplossing?
Beil: uitleg werking pomptherapie, criteria pomptherapie, criteria sensortherapie
Sessie 23: Beïnvloeders van het zuur-base mechanisme, Jeroen Kooman
Sessie 24: De migrantenpatient, S.A. Baktit
Sessie 25: Poli conservatieve patienten, A. Dielis en B. v.d. Heuvel
Doel van de presentatie:
- Informeren over palliatieve zorg bij de nierfalen patiënten
- Mensen prikkelen om na te denken hoe zij naar palliatieve zorg kijken en hoe er op de eigen afdeling inhoud aan wordt gegeven
- Mensen handvaten geven hoe ze invulling kunnen geven aan palliatieve zorg in de dagelijkse praktijk.
De presentatie die wij houden gaat over palliatieve zorg in de breedste zin van het woord.
We zullen vertellen wat we verstaan onder palliatieve zorg, hierbij wordt ook aangegeven dat wij een onderscheid maken tussen patiënten die wel of niet starten met nierfunctievervangende therapie. Op de dialyseafdeling is in onze ogen iedereen die niet getransplanteerd wordt een palliatieve patiënten. Met behulp van het patiëntenprofiel, dat we zelf ontwikkeld hebben geven we zorg op maat en staat kwaliteit van leven centraal.
Het patiëntenprofiel zorgt ervoor dat stoppen met dialyseren laagdrempelig besproken wordt en kan medische stoppen van de behandeling onderbouwd worden. Verder hebben wij een poli voor de conservatieve patiënt opgezet. Dit is voor patiënten die tijdens de predialyse gekozen hebben voor geen nierfunctievervangende therapie. Deze patiënten komen zowel bij de nefroloog als de palliatief verpleegkundige nierfalen. De eerste ervaringen zijn veel belovend. Tijdens de presentatie zullen wij aangeven hoe we de richtlijn palliatieve zorg bij nierfalen toepassen in de dagelijkse praktijk.
Sessie 26: Seksualiteit en nierfalen, M. van Heijst
Lust en plezier ook bij een falende nier. Belang en betekenis seksualiteit; Fysiologie gezonde seksualiteit. Consequenties en invloed van een nieraandoening op de seksualiteit en intimiteit. Bespreekbaar maken; casuïstiek.
Sessie 27: Generatiebeleid voor dialyseverpleegkundigen, E. Merlijn
In het generatiebeleid voor de cao-ziekenhuizen zijn afspraken gemaakt met werkgevers over de invulling op instellingsniveau. Het beleid werkt zal volgt. De oudere werknemer gaat korter werken waardoor hij beter kan herstellen van de inspanning en is het werk minder zwaar. Wanneer meerdere ouderen dit doen dan komt er een vaste plek vrij voor een jongere collega.
Het betreft echter een vrijwillige regeling met kaders in de cao, die niet automatisch op iedere werknemer en in ieder ziekenhuis van toepassing zal zijn. De kaders heeft de FNV zwart op wit in de cao bedongen, de invulling en uitvoering ligt bij de instelling op basis van de al eerder genoemde vrijwilligheid. Invoeren van het generatiepact is daarbij ons doel, waarvoor de FNV zich zal inzetten. Druk zetten vanuit medewerkers bij HRM en de ondernemingsraad kan daar (soms) bij helpen! De afspraken zijn vrijwillig, omdat het heel lastig is om een dwingende afspraak in een cao die voor de hele sector geldt af te spreken, aangezien dan alle ziekenhuizen gebonden zullen zijn terwijl zij regionale en individuele verschillende belangen/posities hebben.
De werkgeversorganisatie zou met een algeheel dwingende afspraak niet ingestemd hebben. Uiteindelijk hopen we hiermee toch bij zoveel mogelijk ziekenhuizen afspraken te kunnen maken, waarbij de kaders in de cao zijn afgesproken.
Het generatiebeleid wordt met ingang van 1 januari 2018 van kracht. Dit betekent echter niet dat er dan ook voor iedere instelling al een regeling is- of kan worden ingevoerd.
Sessie 28: Nieuwe ontwikkelingen in de vaattoegang, J. Rotmans en K. van der Bogt
Tijdens deze sessie worden verschillende nieuwe ontwikkelingen besproken op het gebied van vaattoegang voor hemodialyse. Het gaat daarbij om nieuwe gegevens over shunt en catheter uitkomsten maar ook over nieuwe technieken om een (permanente) vaattoegang te creëren voor patiënten bij wie de conventionele vaattoegangsopties niet mogelijk zijn.
Sessie 29: Casuistiek HD en PD, S. ter Braak en J. Rotmans
Klinisch redeneren op de dialyse: een continue oberservatie en analyse van de vragen en problematiek van de dialysepatiënt.
Volgens het 6 stappen model van ProActive Nursing van Marc Bakker, adequaat inspringen op complexe klinische situaties en het onderbouwen van je observaties en interventies.
Aan de hand van de vitale functies met een uitstapje naar de ICF zorgthema's.
Een interactieve sessie met theorie, interactieve casuïstiek bespreking van een complexe dialysepatiënt en medische verdieping door dr. Joris Rotmans. Waarin verpleegkundige obervaties, analyses en verdieping wordt vertaald in het communicatiemiddel: SBAR
Sessie 30: De donkere kant van transplantatie, G. v.d. Bosch, C. de Bruin en R. Smulders
Interactieve presentatie over negatieve kanten van transplantatie en effecten hiervan op de huidige screening.
In media maar ook vanuit de medische wereld wordt veelal erg positief gesproken over niertransplantatie. Het zou de meest optimale nierfunctievervangende behandeling zijn met de meeste kwaliteit van leven. Dat is voor de meeste transplantatie patiënten ook wel het geval maar voor een klein deel juist niet. Als het dan misgaat, is dat veelal een grote teleurstelling of komen verwachtingen die er waren niet uit.
In welke mate dienen we in de voorlichting naar nierpatiënten hier rekening mee te houden?
Hoe kun je nierpatiënten voorbereiden op deze mogelijkheid?
Wordt in alle gevallen om de juiste reden gekozen voor tx?
Zijn er ook niet nierpatiënten die beter af zijn met een andere behandeling?
Trend is ook dat er steeds oudere mensen een transplantatie krijgen (75 plussers).
Smulders: Twee casussen: de geslaagde niertransplantatie versus de mislukte niertransplantatie
Sessie 31: Basics van ziektebeelden, cystenieren, R. Gansevoort
Sessie 32: Politiek en chronische zorg, E. van Wamelen
Sessie 33: Diabetische voet, M. van Putten
- Inleiding over diabetische neuropathie
- De impact van diabetische neuropathie op de voeten
- Het risico op een diabetisch voetulcus en de Sims classificatie
- Casuïstiek: interactieve bespreking
Sessie 34: PD goes abroad M. Tavares, V. Kovacic, A. Rieman
M.Tavares:
V. Kovacic:
Riemann: Over de hele wereld worden patienten met chronisch nierfalen behandeld met peritoneale dialyse (PD). Er zijn grote verschillen in de aantallen patienten per land die met PD-behandeld worden.PD-praktijken op medisch, verpleegkundig en organisatorisch gebied kunnen eveneens varieren, afhankelijk van de verschillende culturen en de stand van zaken t.a.v. wetenschappelijke kennis.
Uitwisseling van kennis en kunde over PD, door samenwerking over de grenzen, kan resultaten van PD-behandelingen en -zorg verbeteren en biedt tevens goed mogelijkheden om PD in eigen land te promoten.
Hoe krijgt PD-verpleegkundige samenwerking over de grenzen op dit moment gestalte en welk nut heeft dat voor de individuele verpleegkundige werkzaam op een PD-afdeling?
Sessie 35: Abstracts
Sessie 36: VDT (besloten sessie)
Sessie 37: VDT (besloten sessie)
Hofman: Schoon water is letterlijk van levensbelang. Soms moet het water schoner zijn dan drinkwater, bijvoorbeeld voor de bereiding van speciaal voedsel, geneesmiddelen en zoals bij deze gelegendheid voor Dialyse water. De traditionele microbiologische monitoring geeft pas na een aantal dagen resultaten en is bijvoorbeeld niet te koppelen aan een gebeurtenis in het productie of afname proces. De laatste jaren zien we nieuwe technieken die bijvoorbeeld direct inzage kunnen geven in het gedrag van het watersysteem. Deze algemene techniek wordt RMM (Realtime Microbiological Monitoring) genoemd. Hierbij een korte introductie.
Sessie 38: Project individueel zorgplan, H. van Til, C. Imming, J. Woldring, A. Dijkstra
We gaan in een zeer interactieve sessie verkennen wat risicogericht denken is, welke voordelen dat biedt in de behandelrelatie met de patiënt, hoe dat kan leiden tot een individueel zorgplan, welke obstakels we daarbij tegen zijn gekomen en wat wij en de patiënt nou van zelfregie moeten vinden. En vooral hoe we het handen en voeten kunnen geven. Daarbij leren we graag van de ervaringen van de toehoorders.
Een overzicht van de multidisciplinaire resultaten die we al hebben bereikt naast een blik op de huidige stand van zaken in het DCG. Ook doen we uit de doeken wat we aan toekomstige ontwikkelingen zien.
Sessie 39: HD en PD thuis, B. Simons, H. Krepel
Sessie 40: Hartfalen bij dialyse, Elmer de Krijger
Sessie 41: De hemato-oncologische patiënt op de dialyseafdeling, M. Weijmer, M. Kamphuijs A. de Vette, E. Wisse
M. Weijmer:
M. Kamphuijs: Ook dialyse patiënten krijgen te maken met oncologische ziekten of is de patiënt door de oncologische behandeling dialyse behoeftig geworden. Waar moet je met het voedingsbeleid op letten? Zijn er bepaalde chemokuren waar vrijwel altijd voedingsproblemen ontstaan? en hoe ga je om met de extra vocht toediening? Deze vragen en nog meer, komen tijdens deze sessie aan bod.
A. Vette: Praktische zaken omtrent de zorg van een oncologische dialysepatiënt. Hoe verloopt de communicatie/samenwerking met oncologie? Hoe weten wij dat de patiënt chemo heeft gehad? Zijn er nog aandachtspunten zoals contactisolatie? Hoe weten we hoe lang de excreta nog gecontamineerd zijn? BEACON (programma in EPIC)
E. Wisse: Hoe gaan patiënten om met het gegeven dat er naast de dialyse ook sprake is van een levensbedreigende oncologische ziekte? Welke copingsstijlen hanteren zij; en wat maakt situatie anders dan het proces dat de gemiddelde dialysepatiënt doorloopt.
Sessie 42: Medicatie bij HD en PD patienten, A. van Alphen, T. Bosch en M. Hengst
Medicatie is de achilles hiel van de zorg voor nierpatiënten. Om dit te verbeteren heeft het Catharina ziekenhuis in samenwerking met het IVM en de Nierstichting een vragenlijst ontwikkeld om te screenen of er problemen zijn met medicatie gebruik. Deze vragenlijst, de BMN, wordt nu landelijk geïmplementeerd.
Sessie 43:
Sessie 44: Meer transplantatie in transplantatie, B. Haase, S. Berger, M. Heemskerk & H. Bart
B.Haase: Inleiding en samenvattende conclusie van sessie van 1,5 uur waar ingegaan wordt op meer inzage geven in de vraag om en effectiviteit van niertransplantatie door analyse van de wachtlijst en de noodzaak van het verzamelen van follow up na transplantatie. In de sessie zal door andere sprekers een diepte analyse van de stappen in het proces van registratie tot en met transplantatie worden ingegaan. Ook het patienten perspectief komt daarbij aan de orde.
S. Berger:
M. Heemskerk: Er is een toenemend behoefte aan transparante communicatie over kwaliteitsparameter in de zorg. Dit geld ook voor niertransplantatie. De kwaliteitsrapportage van de niertransplantatiezorg was versplinterd en maar in zeer beperkte mate op centrums niveau zichtbaar. Een nieuwe rapportage is gemaakt door de Nederlandse Transplantatie Stichting en de Nederlandse niertransplantatiecentra en in samenwerking met Nefrovisie. De rapportage bevat wachtlijst en transplantatiegegevens en transplantatie-uitkomsten op landelijk en centrum niveau. Door deze rapportage worden trends beter zichtbaar zoals de toename van oudere ontvangers van een postmortale nier, lagere wachttijden. Ook worden verschillen tussen centra zichtbaar.
H. Bart: Transparantie is een van de sleutelwoorden in de zorg. Maar wat is transparantie vanuit patientenperspectief? Is de informatie die zorgverleners en instituties leveren wel de informatie waar men op zit te wachten? Is deze leesbaar/interpreteerbaar voor patienten? Wat kunnen patienten met die informatie? En hoe toegankelijk is deze informatie?
Er dreigt al snel een spraakverwarring als zender en ontvanger niet goed op elkaar zijn afgesteld. De zender ontkomt er niet aan om zich te verplaatsen in de (diverse) ontvangers.
Sessie 45: Lean en verbeterborden, M Vlak, T. Hodes
M Vlak:
T. Hodes:
Sessie 46: Polyneuropathie, B. Potter van Loon
Hoe vaak komt neuropathie voor bij uraemie, wat zijn de verschijnselen en hoe stel je het vast ? Kun je het behandelen en hoe goed zijn de resultaten ? Gaat het over na transplantatie ? Wat zijn de mechanismen ? Speelt het feit dat 50 % van de dialysepatienten diabetes hebben, een rol ? Maar vooral, hoe kunnen we het praktisch aanpakken in de dagelijkse zorg ?
Dit zijn de vragen waarop antwoorden gegeven zullen worden tijdens deze presentatie, mede aan de hand van patientcasussen. Er zal stil worden gestaan bij de ontwikkelingen in de dialyse, die de laatste jaren ertoe hebben bijgedragen dat neuropathie een weinig- besproken issue is. Na deze presentatie kunt u: de belangrijkste vormen van neuropathie herkennen en, weet u de behandelmogelijkheden. Bovendien weet u hoe bij diabetische neuropathie de moderne ketenzorg georganiseerd is.
Sessie 47: ALV V&VN D&N
Sessie 48: Zelfmanagement, K. Cardol, N. Berkhout, P. vd Boog, C. Voorend
Voor patieten met chronische nierschade (CNS) is het aannemen en volhouden van een gezonde leefstijl (zoals regelmatige fysieke activiteit, een gezond dieet en gewicht, niet roken en medicijntrouw) cruciaal voor het remmen van ziekteprogressie en voorkomen van complicaties. Het veranderen van zelfmanagementgedrag en leefstijlgewoonten is voor veel patienten echter moeilijk, vaak door psychologische belemmeringen zoals emotionele belasting of een gebrek aan vertrouwen in eigen kunnen. Daarom is ondersteuning vanuit de zorg relevant. Een belangrijk onderdeel in de ontwikkeling van een zorgpad voor het bevorderen van zelf-management is het in acht nemen van zulke (psychologische) barrieres die patienten ervaren en factoren die juist helpen bij het veranderen van leefstijl. Daarom hebben we acht focusgroepen gehouden met in totaal 24 patienten en 24 zorgverleners in 4 Nederlandse medische centra. Transcripten zijn geanalyseerd volgens inhoudsanalytische aanpak. Verschillende thema's blijken een rol te spelen, zoals (gebrek aan) motivatie, (gebrek aan) sociale steun en (gebrek aan) acceptatie van CNS. De geïdentificeerde barrieres en helpende factoren zullen worden geintegreerd in een online zorgpad, waarmee we patiënten op passende en geïndividualiseerde wijze kunnen ondersteunen bij het wegnemen van psychologische barrieres en bevorderen van helpende factoren om een actieve rol in hun ziektemanagement aan te nemen.
Voor patientparticipatie is goede samenwerking tussen zorgverlener en patient cruciaal. Wat verwachten zij van elkaar? Wat zijn hun rechten? En wat zijn hun plichten?
Sessie 49: VWA, M. Snoeijs, G. Allers en M. ter Meer
Stenose en trombose van shunts, Patiënten met een autologe av-fistel hebben ieder jaar 36% kans op een stenose en 21% kans op een trombose van de vaattoegang; bij patiënten met een kunststof graft liggen deze percentages nog hoger (1). De primaire behandeling van een stenose in de vaattoegang is meestal een endovasculaire ballondilatatie; recidief stenoses treden echter vaak op. Er is daarom veel interesse in nieuwe endovasculaire technieken (drug-coated ballonnen, bare metal stents en covered stents) om deze recidiverende stenoses te behandelen en voorkomen. De behandeling van een getromboseerde vaattoegang varieert per ziekenhuis en het is niet duidelijk of een open of endovasculaire benadering betere resultaten geeft (2). Surveillance van av-fistels en grafts om asymptomatische stenoses op te sporen en te behandelen is wijdverbreid in de klinische praktijk. In onderzoeken naar het detecteren van asymptomatische stenoses werd surveillance echter op verschillende manieren uitgevoerd en varieerde de indicatie voor het behandelen van de gevonden stenoses. Een meta-analyse van deze onderzoeken liet zien dat surveillance geen effect had op de levensduur van de vaattoegang maar wel leidde tot minder tromboses (3)
Allers: De presentatie is gericht op het belang van verpleegkundig monitoring, diagnostiek en interventies bij shuntproblematiek.
Hierbij ligt de nadruk op de aanvullende diagnostiek mbt vingerdrukmeting en shuntflowmeting met echo. Dit zijn handelingen die door dialyseverpleegkundigen op de dialyseafdeling, zelfstandig kunnen worden uitgevoert.
Tijdens de presentatie worden een aantal patientencasussen besproken waarbij het belang van verpleegkundige diagnostiek naar voren komt.
Sessie 50: Geloof en stoppen met dialyse, M. Bulut
- ziekte vanuit de Koran
- ziektebeleving vanuit islamitische culturen
- hoe uit zich dat in de dialysepraktijk?
Sessie 51: Lean en verbeterborden, M Vlak, T. Hodes
M Vlak:
T. Hodes:
Sessie 52: Abstracts
Sessie 53: Nefrovisie, voorzitter M. Hemmelder, A. Ekker, E. ter Gast en M. Erenstein
“Registratie op het scherpst van de snede; meer privacy en minder solidariteit?”
Korte introductie van het onderwerp: de registratielast neemt toe en wordt als ongewenst beoordeeld door professionals. (Ont)regel de zorg is de nieuwe uitdaging. Nefrovisie doet met kwaliteitsregistratie Renine een beroep op registratie door professionals. De primaire doelstelling is om zowel de patiënt als professional informatie te verstrekken over de kwaliteit van nierzorg in de gehele keten. Dat kan alleen op basis van solidariteit. Echter mede door de nieuwe Europese privacy wetgeving (Algemene Verordening Gegevensverstrekking) wordt de solidariteit kwetsbaar en ontstaat er (te) veel juridische discussie.
M. Erenstein: In deze presentatie wordt kort geschetst waar de GGZ sector staat met het verzamelen, leren en verbeteren van uitkomstgegevens en welk doel er nagestreefd wordt. Vervolgens wordt ingegaan op de inhoudelijke en privacy discussie die over de dataverzameling gevoerd wordt en wat daarvan de geleerde lessen zijn. Tenslotte wordt geëindigd met enkele uitgangspunten voor het uitvoeren van kwaliteitsregistraties.
Anton Ekker: Op 25 mei 2018 zal de Algemene Verordening Gegevenbescherming (AVG) in werking treden. De AVG treedt in de plaats van de huidige Wet bescherming persoonsgegevens en bevat strengere en meer uitgebreide normen voor de verwerking van persoonsgegevens. Anton Ekker zal ingaan op de consequenties voor de praktijk. Welke stappen moeten partijen als Nefrovisie zetten om aan de AVG te voldoen en wat betekent dit voor zorginstellingen die gegevens aanleveren?
Na toelichting vanuit juridisch, filosofisch en professioneel perspectief gaan we o.l.v. moderator Marc Hemmelder graag met u in discussie hoe we de kwaliteitsregistratie toekomstbestendig houden.
Sessie 54:
Sessie 55: IntraDialytic Parenteral Nutrition (IDPN): Wel/niet? I. Jans, M. Norbert
I. Jans: Ik geef een korte presentatie over de DNN richtlijn IDPN. Daarna volgt een interactieve paneldiscussie over IDPN onder voorzitterschap van dr. F.M. van der Sande. Het geven van IDPN wordt niet door iedereen algemeen geaccepteerd als een goede of zinvolle behandeling. De voordelen en eventuele bezwaren zullen in de discussie aan bod komen.
M. Norbert:
Sessie 56: ALV DNN
Sessie 57: PD Parameters, A. v Eck v.d. Sluijs, Y. Schaareman
Eck: Er zal een overzicht gegeven worden van alle aspecten rondom dialyse effectiviteit bij peritoneale dialyse. Na uitleg over de opbouw en functie van het peritoneum zal aandacht worden besteed aan de Kt/V en zijn historie van streefwaarden. Vervolgens worden de begrippen 'klaring' en 'restnierfunctie' besproken. Tenslotte zal er stil gestaan worden bij de Peritoneale Equilibratie Test.
Claria en Sharesource verbeterd zorg?
Schaareman: Door implementatie van Claria en Sharesource kan er directer op de APD-behandeling ingespeeld worden. Wat merk je hiervan op de werkvloer en de patienten thuis??? Interactief, hoe ervaren andere centra dit?
Sessie 58: Psychiatrie, M. vd Linden
Interactieve workshop: uitleg over depressie, persoonlijkheidsproblematiek en angststoornissen. Daarbij worden de tips en trucs hoe om te gaan met de bijpassende symptomen/gedrag weergegeven.
Back due to demand! De workshop is het zelfde als vorig jaar, echter dit jaar hebben we meer tijd de diepte in de gaan mbt de ziektebeelden en de geleerde aanpak (kan niet/wil niet, ai/schop techniek!) te oefenen met praktijk voorbeelden.
Sessie 59: Abstracts
Sessie 60: Diabetes en PD, K. Dekker-de Vries
Eerst in het kort wat is diabetes mellitus, en wat zijn de behandelmethoden. Daarna waar moet je op letten bij een patient met peritoneaal dialyse en diabetes mellitus.
Sessie 61: Plan Workshop
Wetenschapsfilosofie, E. Koster
Het thema van de workshop betreft onderzoeksethiek. Eerst wordt een presentatie van ongeveer 20 a 30 minuten gegeven over de normen van Merton, de bedreiging van deze normen door de economisering van wetenschap, en (bij deze bedreiging passende) mogelijke remedies. Daarna wordt met de deelnemers doorgesproken over onder meer dit laatste punt. Wat vinden de deelnemers van mogelijke best practices? Herkennen ze de geschetste problemen? Welke maatregelen lijken hen zinnig?
case-reports, discussies, etc.
Klik op Uitslag abstracts 2018 (medio februari) voor de informatie over deze presentatievorm en die van de posters!
Tevens is daar het abstractkatern te lezen en te downloaden.
Paramedisch programma
Blokschema: Klik hier
Programma dinsdag: Klik hier
Programma woensdag: Klik hier
Medisch programma
Blokschema: Klik hier
Programma dinsdag: Klik hier
Programma woensdag: Klik hier
Abstractkatern: klik hier
Posterkatern: klik hier
Toelichting op de sessies (op volgorde van sessienummers):
Sessie 1: Plenaire opening
Einde van het intramurale ziekenhuis, Lucien Engelen
Sessie 2: Transplantation, J.S. Sanders, M. Baas
J.S. Sanders: Gedreven door het tekort aan postmortale nierdonoren en de betere uitkomsten groeien de aantallen levende nierdonoren in Nederland gestaag. Een accurate donorscreening is essentieel, enerzijds om zoveel mogelijk patiënten te transplanteren en anderzijds om de veiligheid van de donoren zo goed mogelijk te waarborgen. In deze voordracht zal worden ingegaan op belangrijke aspecten van de donorscreening zoals de nierfunctiemeting, cardiovasculaire risicofactoren en leefstijl.
M. Baas: Overzicht van de nieuwe (voorlopige) landelijke richtlijn voor de voorbereiding van de ontvanger.
Lastige items/discussie punten
verschillen (en waarom) tussen de verschillende transplantatie centra in nederland
Ruimte voor melden van knelpunten bij de voorbereiding van ontvangers van een niertransplantaat door onze partners in de regio.
Sessie 3: Blood pressure targets in hemodialysis patients, C. Franssen
Bij het formuleren van bloeddruk targets bij HD patiënten moet je niet alleen de pre-dialyse bloeddruk maar ook het bloeddrukbeloop tijdens dialyse en tussen de dialyses betrekken. De bloeddruk voor dialyse is bij een groot deel van de patiënten niet representatief voor de bloeddrukken tussen de dialyses in. I.t.t. de algemene populatie laten observationele studies bij HD patiënten zien dat eerder lage en normale bloeddruk geassocieerd zijn met verhoogd mortaliteit dan hoge bloeddruk. Er zijn slechts een beperkt aantal gerandomiseerde trials en er is maar 1 trial die verschillende bloeddruk-targets bij HD patiënten heeft vergeleken waarbij er een trend was tot een nadelig effect in de lage bloeddruk-target groep.
Nastreven van een lagere bloeddruk door het verlagen van het streef-gewicht en/of met medicatie gaat vaak gepaard met een toename van de frequentie en ernst van dialyse hypotensie en kan zo juist bijdragen aan een verhoogde incidentie van CV events en cognitieve stoornissen door witte stofafwijkingen. Het is dus zaak een goede balans te vinden tussen bloeddrukken buiten en tijdens de dialyse. Als dat niet lukt binnen een conventioneel dialsye-schema is is een aanpassing van het dialyse-beleid nodig: Intensievere (vaker en of langer) HD is geassocieerd met een lagere bloeddruk en minder dialyse hypotensie. Uiteraard is het is belangrijk om te individualiseren.
Sessie 4: Trending Topics ASN, I. Macdougall en P. Ronco
Sessie 5: Clinical pathological conference
M. Abdulhamid:
C. Peutz: Hereditaire nierschade bij volwassenen. Dit zal besproken worden aan de hand van 2-3 casus, interactief te bespreken door patholoog en klinicus.
Sessie 6: Abstracts
Sessie 7: Pediatric nephrology, M. Lilien, E. Dorresteijn en M. Oosterveld
M. Lilien: Pediatric kidney disease is often congenital and the result of rare genetic causes. The recently installed European Rare Kidney disease Network is a platform for exchange of knowledge, collection of data on these rare diseases and aims to ratify guidelines. As survival of these patients to adulthood is increasing, the internist-nephrologist should be aware of the causes and long-term consequences of these diseases.
E. Dorresteijn: In 20 minuten zal ik achtereenvolgens bespreken:
- mogelijke interventies antenataal.
- Presentatie en gevolgen postnataal.
- kleppen en transplantatie
- lange termijn gevolgen
S. Garelfs: “Primaire Hyperoxalurie is een te vaak gemiste diagnose die vooral bij volwassen patienten tot nierinsinsufficientie en ernstige systemische oxalose kan leiden, een situatie waarin behandeling uiterst gecompliceerd kan zijn. Aan de hand van enkele casussen wordt een overzicht gegeven van verschijningsvorm en diagnostiek en een state of the art van nieuwe behandelingen die op dit moment in fase 1 of 2 worden getest.”
Sessie 8: Theses presentations
Sessie 9: 'Hybernation', R. Henning en D. Kuypers
R. Henning: During the entire winter, small hibernating animals such as hamster, bat and squirrel cycle through periods of 4-10 days of extreme body cooling - typically around 0-4 0C - alternated with short periods of ultra rapid and full rewarming. Remarkably, they do not suffer organ/kidney damage. Rob Henning discusses the various mechanisms that make this is possible, and the exploitation of these in preservation of organ function in no-hibernators such as humans.
D. Kuypers:
Sessie 10: Plenaire sessie
Prijzen sessie met geïnformeerde winnaars en slotspreker Pierre Wind, Eten is een feestje.
Sessie 11: NfN-publicatieprijzen en Nierstichting, Crossing the valley of death
Sessie 12: Farmacology, M. Wilmer en T. v Gelder
Prediction of drug-induced kidney toxicity during drug development is currently lacking sufficient reliability using currently available in vitro or in vivo models. The introduction of improved biological culture systems with improved physiological relevance in early safety assessment will increase our mechanistic insights associated with the development of renal toxicity, often involving the renal proximal tubule epithelium. Organ-on-a-chip technology provide a promising tool in this direction, as it allows regeneration of a renal tubule structure that is mimicking the microenvironment including multi-compartmentalization and exposure to fluid sheer stress.
Sessie 13: Multidisciplinair symposium, E. v.d. Laar, E. Gieteling, C. Douma, A. Kerckhoffs (voorzitter)
Bekwaam om te dialyseren onbekwaam om te stoppen
Discussie met panel en zaal over ethische vragen en praktische problemen bij het stoppen met dialyseren.
Sessie 14: NfN-sessie, huishoudelijke vergadering
Agenda huishoudelijke vergadering: Klik hier
Sessie 15: NfN-sessie, klinische vergadering
Agende klinische vergadering: Klik hier
Sessie 16: Abstracts
Sessie 17: Abstracts
Sessie 18/19:
Senescence, Marjolein Baar
Consortia, C. van Kooten
In this presentation I will provide an overview of the role of complement in various renal diseases and how the medical need to improve our knowledge on this subject has resulted in the establishment of the COMBAT consortium. In this consortium, supported by the Dutch Kidney Foundation, investigators from Groningen, Nijmegen, Utrecht and Leiden jointly work on improving the diagnostic toolbox to facilitate the introduction and use of novel complement-directed therapeutic agents.
Sessie 20: Dianet 50 jaar Thuis in Dialysezorg: Hoe het was; hoe het is, hoe het kan, Dianet
Voorzitter: W. Hingst, voorzitter Raad van Bestuur Dianet
J. Groothoff, Kindernefroloog en hoogleraar kindernefrologie AMC Amsterdam
(Thuis)Dialyse hoe het was
Chronische nierfunctievervangende therapie is voor kinderen zeer ingrijpend. Het leidt in veel gevallen tot een vroegtijdig overlijden, gaat gepaard met veel co-morbiditeit en heeft een belangrijke impact op psychosociale en lichamelijke ontwikkeling. Langdurige conventionele dialyse therapie is hierbij de belangrijkste negatieve factor. Inzicht hierin heeft afgelopen 25 jaar in Nederland geleid tot een aanzienlijke aanpassing van beleid. Het aantal kinderen met conventionele centrum dialyse behandeling is significant afgenomen ten gunste van pre-emptieve transplantatie en thuis(hemo) dialyse behandeling. Er zal een overzicht gegeven worden van deze ontwikkelingen in Nederland in vergelijking met de situatie in de rest van Europa en in het perspectief van de meest optimale behandeling op grond van bevindingen
F. Boereboom, internist/nefroloog, Medisch Directeur Dianet
(Thuis)Dialyse hoe het is
Thuisdialyse in huidig tijdsgewricht
Denkt u ook niet regelmatig “zou het deze patiënt niet beter passen thuis te dialyseren?”.
In deze voordracht, als onderdeel van de sessie van Dianet, 50 jaar thuis in thuisdialyse, wordt u geïnformeerd over actuele zaken betreffende thuisdialyse met focus op thuishemodialyse.
In de voordracht krijgt u een overzicht over de ontwikkelingen in aantallen patiënten dat thuis meteen vorm van dialyse wordt behandeld. De gerelateerde consequenties van demografische veranderingen (vergrijzing en verzilvering) en stijgende comorbiditeit voor thuisdialyse zullen worden belicht.
Ook wordt u geïnformeerd betreffende ontwikkeling op het gebied van IT en E-health waarbij moeilijkheden en grenzen anno 2018 worden toegelicht.
Nieuwe ontwikkeling buiten de zorg, value based health care, shared decission making, zelfmanagement en externe invloeden zullen worden besproken als inleiding op de volgende spreker.
R. Visser, onderzoeksverpleegkundige Dianet
(Thuis)Dialyse hoe het kan
Waarom zelfmanagement
Niet iedereen kan meekomen in de participatiemaatschappij. Wanneer we kijken naar zelfmanagement bij dialysepatiënten is dit niet anders. Intuïtief faciliteren we patiënten die een impliciete drive hebben zichzelf te willen managen. Patiënten die niet (direct) in actie komen behandelen we doorgaans passief. De mate waarin Zelfmanagementgedrag is aan te leren en behoort inmiddels tot de kern van de verpleegkunde. De mate van activatie van patiënt kunnen we meten met de Patient Activation Measurement (PAM)(Hibbard & Mahoney, 2010). De PAM geeft ons de mogelijkheid patiënten in te delen in 4 verschillende niveaus van activatie en stelt de zorgverlener in staat de zorg te laten aansluiten op het activatieniveau van de patiënt. Patiënten die extra zelfmanagementondersteuning nodig hebben kunnen met dit instrument worden geïdentificeerd. De begeleiding van dialysepatiënten verschuift in dit licht langzaam van het behandelen naar het begeleiden van patiënten. De patiënt centraal stellen kan alleen als de zorgverlener zich zeer goed verdiept in de beleving van ziekte en gezondheid door de patiënt. Werkelijke aandacht voor de persoon, zijn doelen en problemen is belangrijk. Echte oprechte aandacht is voor de mens bijna onweerstaanbaar en de relatie tussen verpleegkundige en patiënt is daarin heel belangrijk. Kwalitatief onderzoek onder patiënten laat 3 niveaus van verpleegkundige handelen zien (Dierckx de Casterle, 2015).
Minimale zorg: de verpleegkundige levert functionele zorg gericht op ziekte en lichamelijke klachten.
Professionele zorg: de verpleegkundige probeert de probleemgebieden voor de patiënt in kaart te brengen en oplossingen hiervoor aan te dragen maar de relatie is nog steeds ongelijkwaardig: expert-patiënt in tegenstelling tot Skilled Companionship.
Skilled companionship gaat uit van een gelijkwaardige relatie tussen patiënt en verpleegkundige waarbij sprake is van wederzijds vertrouwen. De kennis en kunde wordt gecombineerd met medemenselijkheid. Dit vereist een hoog empathisch vermogen van de verpleegkundige en het welzijn van de patiënt staat op de voorgrond.
zelfmanagementondersteuning vereist skilled companionship om goed uit de verf te komen. Maar tijdsdruk en het focus op de lichamelijke kant van zorg zijn vaak een belemmering om deze vorm van zorg goed vorm te geven.
Sessie 21: Body Composition Monitoring, W. Visser & M. Dekker
De kern van het generieke model zelfmanagement bestaat uit de relatie en de wisselwerking in die relatie tussen zorgverlener en de patiënt. Een relatie gebaseerd op skilled companionship geeft de patiënt wat hij het liefste wil en legt de nadruk op de specifieke en unieke deskundigheid van de verpleegkundige in haar relatie tot de patiënt. Naast skilled companionship wordt de Patient Activation Measure gebruikt om de door de patiënt ervaren eigen regie in kaart te brengen en met zorgplannen daar zeer bewust op aan te sluiten.
Sessie 22: Diabetes en Voeding, B. Potter van Loon, L. Beil & L. van Buren
v. Buren: Als er sprake is van chronische nierschade en diabetes komen de dieetrichtlijnen bij chronische nierschade of hemodialyse of peritoneale dialyse samen met de voedingsrichtlijn bij diabetes. Bij chronische nierschade is er sprake van een dieet met aandacht voor natrium, eiwit, kalium, fosfaat en vocht. De voedingsrichtlijn bij diabetes is gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding.
Hoe kun je bepalen welke dieetadviezen bij chronische nierschade en voedingsadviezen bij diabetes van toepassing zijn? Hoe pas je het dieetadvies (en diabetesmedicatie) aan bij achteruitgang van de nierfunctie? Er wordt gebruik gemaakt van casussen om de onderwerpen te bespreken.
Potters van Loon: Diabetesbehandeling verandert snel de laatste jaren; nieuwe klassen geneesmiddelen worden toegelicht, de voordelen en de nadelen en hun inzetbaarheid en nut voor dialyse- en predialysepatienten. De richtlijnen hieromtrent veranderen snel met de veranderende inzichten en de verbetering van de prognose voor diabetes patienten, ook die aan de dialyse. Ook de nieuwe concept richtlijn van de NND zal grote veranderingen teweegbrengen in de behandeling van diabetes patienten met nierinsufficiëntie en de praktijkvoering.Tenslotte zal stilgestaan worden bij de evidence die voorhanden is bij dialysepatienten omtrent glucoseregulatie.
Pomptherapie en sensortherapie, de oplossing?
Beil: uitleg werking pomptherapie, criteria pomptherapie, criteria sensortherapie
Sessie 23: Beïnvloeders van het zuur-base mechanisme, Jeroen Kooman
Sessie 24: De migrantenpatient, S.A. Baktit
Sessie 25: Poli conservatieve patienten, A. Dielis en B. v.d. Heuvel
Doel van de presentatie:
- Informeren over palliatieve zorg bij de nierfalen patiënten
- Mensen prikkelen om na te denken hoe zij naar palliatieve zorg kijken en hoe er op de eigen afdeling inhoud aan wordt gegeven
- Mensen handvaten geven hoe ze invulling kunnen geven aan palliatieve zorg in de dagelijkse praktijk.
De presentatie die wij houden gaat over palliatieve zorg in de breedste zin van het woord.
We zullen vertellen wat we verstaan onder palliatieve zorg, hierbij wordt ook aangegeven dat wij een onderscheid maken tussen patiënten die wel of niet starten met nierfunctievervangende therapie. Op de dialyseafdeling is in onze ogen iedereen die niet getransplanteerd wordt een palliatieve patiënten. Met behulp van het patiëntenprofiel, dat we zelf ontwikkeld hebben geven we zorg op maat en staat kwaliteit van leven centraal.
Het patiëntenprofiel zorgt ervoor dat stoppen met dialyseren laagdrempelig besproken wordt en kan medische stoppen van de behandeling onderbouwd worden. Verder hebben wij een poli voor de conservatieve patiënt opgezet. Dit is voor patiënten die tijdens de predialyse gekozen hebben voor geen nierfunctievervangende therapie. Deze patiënten komen zowel bij de nefroloog als de palliatief verpleegkundige nierfalen. De eerste ervaringen zijn veel belovend. Tijdens de presentatie zullen wij aangeven hoe we de richtlijn palliatieve zorg bij nierfalen toepassen in de dagelijkse praktijk.
Sessie 26: Seksualiteit en nierfalen, M. van Heijst
Lust en plezier ook bij een falende nier. Belang en betekenis seksualiteit; Fysiologie gezonde seksualiteit. Consequenties en invloed van een nieraandoening op de seksualiteit en intimiteit. Bespreekbaar maken; casuïstiek.
Sessie 27: Generatiebeleid voor dialyseverpleegkundigen, E. Merlijn
In het generatiebeleid voor de cao-ziekenhuizen zijn afspraken gemaakt met werkgevers over de invulling op instellingsniveau. Het beleid werkt zal volgt. De oudere werknemer gaat korter werken waardoor hij beter kan herstellen van de inspanning en is het werk minder zwaar. Wanneer meerdere ouderen dit doen dan komt er een vaste plek vrij voor een jongere collega.
Het betreft echter een vrijwillige regeling met kaders in de cao, die niet automatisch op iedere werknemer en in ieder ziekenhuis van toepassing zal zijn. De kaders heeft de FNV zwart op wit in de cao bedongen, de invulling en uitvoering ligt bij de instelling op basis van de al eerder genoemde vrijwilligheid. Invoeren van het generatiepact is daarbij ons doel, waarvoor de FNV zich zal inzetten. Druk zetten vanuit medewerkers bij HRM en de ondernemingsraad kan daar (soms) bij helpen! De afspraken zijn vrijwillig, omdat het heel lastig is om een dwingende afspraak in een cao die voor de hele sector geldt af te spreken, aangezien dan alle ziekenhuizen gebonden zullen zijn terwijl zij regionale en individuele verschillende belangen/posities hebben.
De werkgeversorganisatie zou met een algeheel dwingende afspraak niet ingestemd hebben. Uiteindelijk hopen we hiermee toch bij zoveel mogelijk ziekenhuizen afspraken te kunnen maken, waarbij de kaders in de cao zijn afgesproken.
Het generatiebeleid wordt met ingang van 1 januari 2018 van kracht. Dit betekent echter niet dat er dan ook voor iedere instelling al een regeling is- of kan worden ingevoerd.
Sessie 28: Nieuwe ontwikkelingen in de vaattoegang, J. Rotmans en K. van der Bogt
Tijdens deze sessie worden verschillende nieuwe ontwikkelingen besproken op het gebied van vaattoegang voor hemodialyse. Het gaat daarbij om nieuwe gegevens over shunt en catheter uitkomsten maar ook over nieuwe technieken om een (permanente) vaattoegang te creëren voor patiënten bij wie de conventionele vaattoegangsopties niet mogelijk zijn.
Sessie 29: Casuistiek HD en PD, S. ter Braak en J. Rotmans
Klinisch redeneren op de dialyse: een continue oberservatie en analyse van de vragen en problematiek van de dialysepatiënt.
Volgens het 6 stappen model van ProActive Nursing van Marc Bakker, adequaat inspringen op complexe klinische situaties en het onderbouwen van je observaties en interventies.
Aan de hand van de vitale functies met een uitstapje naar de ICF zorgthema's.
Een interactieve sessie met theorie, interactieve casuïstiek bespreking van een complexe dialysepatiënt en medische verdieping door dr. Joris Rotmans. Waarin verpleegkundige obervaties, analyses en verdieping wordt vertaald in het communicatiemiddel: SBAR
Sessie 30: De donkere kant van transplantatie, G. v.d. Bosch, C. de Bruin en R. Smulders
Interactieve presentatie over negatieve kanten van transplantatie en effecten hiervan op de huidige screening.
In media maar ook vanuit de medische wereld wordt veelal erg positief gesproken over niertransplantatie. Het zou de meest optimale nierfunctievervangende behandeling zijn met de meeste kwaliteit van leven. Dat is voor de meeste transplantatie patiënten ook wel het geval maar voor een klein deel juist niet. Als het dan misgaat, is dat veelal een grote teleurstelling of komen verwachtingen die er waren niet uit.
In welke mate dienen we in de voorlichting naar nierpatiënten hier rekening mee te houden?
Hoe kun je nierpatiënten voorbereiden op deze mogelijkheid?
Wordt in alle gevallen om de juiste reden gekozen voor tx?
Zijn er ook niet nierpatiënten die beter af zijn met een andere behandeling?
Trend is ook dat er steeds oudere mensen een transplantatie krijgen (75 plussers).
Smulders: Twee casussen: de geslaagde niertransplantatie versus de mislukte niertransplantatie
Sessie 31: Basics van ziektebeelden, cystenieren, R. Gansevoort
Sessie 32: Politiek en chronische zorg, E. van Wamelen
Sessie 33: Diabetische voet, M. van Putten
- Inleiding over diabetische neuropathie
- De impact van diabetische neuropathie op de voeten
- Het risico op een diabetisch voetulcus en de Sims classificatie
- Casuïstiek: interactieve bespreking
Sessie 34: PD goes abroad M. Tavares, V. Kovacic, A. Rieman
M.Tavares:
V. Kovacic:
Riemann: Over de hele wereld worden patienten met chronisch nierfalen behandeld met peritoneale dialyse (PD). Er zijn grote verschillen in de aantallen patienten per land die met PD-behandeld worden.PD-praktijken op medisch, verpleegkundig en organisatorisch gebied kunnen eveneens varieren, afhankelijk van de verschillende culturen en de stand van zaken t.a.v. wetenschappelijke kennis.
Uitwisseling van kennis en kunde over PD, door samenwerking over de grenzen, kan resultaten van PD-behandelingen en -zorg verbeteren en biedt tevens goed mogelijkheden om PD in eigen land te promoten.
Hoe krijgt PD-verpleegkundige samenwerking over de grenzen op dit moment gestalte en welk nut heeft dat voor de individuele verpleegkundige werkzaam op een PD-afdeling?
Sessie 35: Abstracts
Sessie 36: VDT (besloten sessie)
Sessie 37: VDT (besloten sessie)
Hofman: Schoon water is letterlijk van levensbelang. Soms moet het water schoner zijn dan drinkwater, bijvoorbeeld voor de bereiding van speciaal voedsel, geneesmiddelen en zoals bij deze gelegendheid voor Dialyse water. De traditionele microbiologische monitoring geeft pas na een aantal dagen resultaten en is bijvoorbeeld niet te koppelen aan een gebeurtenis in het productie of afname proces. De laatste jaren zien we nieuwe technieken die bijvoorbeeld direct inzage kunnen geven in het gedrag van het watersysteem. Deze algemene techniek wordt RMM (Realtime Microbiological Monitoring) genoemd. Hierbij een korte introductie.
Sessie 38: Project individueel zorgplan, H. van Til, C. Imming, J. Woldring, A. Dijkstra
We gaan in een zeer interactieve sessie verkennen wat risicogericht denken is, welke voordelen dat biedt in de behandelrelatie met de patiënt, hoe dat kan leiden tot een individueel zorgplan, welke obstakels we daarbij tegen zijn gekomen en wat wij en de patiënt nou van zelfregie moeten vinden. En vooral hoe we het handen en voeten kunnen geven. Daarbij leren we graag van de ervaringen van de toehoorders.
Een overzicht van de multidisciplinaire resultaten die we al hebben bereikt naast een blik op de huidige stand van zaken in het DCG. Ook doen we uit de doeken wat we aan toekomstige ontwikkelingen zien.
Sessie 39: HD en PD thuis, B. Simons, H. Krepel
Sessie 40: Hartfalen bij dialyse, Elmer de Krijger
Sessie 41: De hemato-oncologische patiënt op de dialyseafdeling, M. Weijmer, M. Kamphuijs A. de Vette, E. Wisse
M. Weijmer:
M. Kamphuijs: Ook dialyse patiënten krijgen te maken met oncologische ziekten of is de patiënt door de oncologische behandeling dialyse behoeftig geworden. Waar moet je met het voedingsbeleid op letten? Zijn er bepaalde chemokuren waar vrijwel altijd voedingsproblemen ontstaan? en hoe ga je om met de extra vocht toediening? Deze vragen en nog meer, komen tijdens deze sessie aan bod.
A. Vette: Praktische zaken omtrent de zorg van een oncologische dialysepatiënt. Hoe verloopt de communicatie/samenwerking met oncologie? Hoe weten wij dat de patiënt chemo heeft gehad? Zijn er nog aandachtspunten zoals contactisolatie? Hoe weten we hoe lang de excreta nog gecontamineerd zijn? BEACON (programma in EPIC)
E. Wisse: Hoe gaan patiënten om met het gegeven dat er naast de dialyse ook sprake is van een levensbedreigende oncologische ziekte? Welke copingsstijlen hanteren zij; en wat maakt situatie anders dan het proces dat de gemiddelde dialysepatiënt doorloopt.
Sessie 42: Medicatie bij HD en PD patienten, A. van Alphen, T. Bosch en M. Hengst
Medicatie is de achilles hiel van de zorg voor nierpatiënten. Om dit te verbeteren heeft het Catharina ziekenhuis in samenwerking met het IVM en de Nierstichting een vragenlijst ontwikkeld om te screenen of er problemen zijn met medicatie gebruik. Deze vragenlijst, de BMN, wordt nu landelijk geïmplementeerd.
Sessie 43:
Sessie 44: Meer transplantatie in transplantatie, B. Haase, S. Berger, M. Heemskerk & H. Bart
B.Haase: Inleiding en samenvattende conclusie van sessie van 1,5 uur waar ingegaan wordt op meer inzage geven in de vraag om en effectiviteit van niertransplantatie door analyse van de wachtlijst en de noodzaak van het verzamelen van follow up na transplantatie. In de sessie zal door andere sprekers een diepte analyse van de stappen in het proces van registratie tot en met transplantatie worden ingegaan. Ook het patienten perspectief komt daarbij aan de orde.
S. Berger:
M. Heemskerk: Er is een toenemend behoefte aan transparante communicatie over kwaliteitsparameter in de zorg. Dit geld ook voor niertransplantatie. De kwaliteitsrapportage van de niertransplantatiezorg was versplinterd en maar in zeer beperkte mate op centrums niveau zichtbaar. Een nieuwe rapportage is gemaakt door de Nederlandse Transplantatie Stichting en de Nederlandse niertransplantatiecentra en in samenwerking met Nefrovisie. De rapportage bevat wachtlijst en transplantatiegegevens en transplantatie-uitkomsten op landelijk en centrum niveau. Door deze rapportage worden trends beter zichtbaar zoals de toename van oudere ontvangers van een postmortale nier, lagere wachttijden. Ook worden verschillen tussen centra zichtbaar.
H. Bart: Transparantie is een van de sleutelwoorden in de zorg. Maar wat is transparantie vanuit patientenperspectief? Is de informatie die zorgverleners en instituties leveren wel de informatie waar men op zit te wachten? Is deze leesbaar/interpreteerbaar voor patienten? Wat kunnen patienten met die informatie? En hoe toegankelijk is deze informatie?
Er dreigt al snel een spraakverwarring als zender en ontvanger niet goed op elkaar zijn afgesteld. De zender ontkomt er niet aan om zich te verplaatsen in de (diverse) ontvangers.
Sessie 45: Lean en verbeterborden, M Vlak, T. Hodes
M Vlak:
T. Hodes:
Sessie 46: Polyneuropathie, B. Potter van Loon
Hoe vaak komt neuropathie voor bij uraemie, wat zijn de verschijnselen en hoe stel je het vast ? Kun je het behandelen en hoe goed zijn de resultaten ? Gaat het over na transplantatie ? Wat zijn de mechanismen ? Speelt het feit dat 50 % van de dialysepatienten diabetes hebben, een rol ? Maar vooral, hoe kunnen we het praktisch aanpakken in de dagelijkse zorg ?
Dit zijn de vragen waarop antwoorden gegeven zullen worden tijdens deze presentatie, mede aan de hand van patientcasussen. Er zal stil worden gestaan bij de ontwikkelingen in de dialyse, die de laatste jaren ertoe hebben bijgedragen dat neuropathie een weinig- besproken issue is. Na deze presentatie kunt u: de belangrijkste vormen van neuropathie herkennen en, weet u de behandelmogelijkheden. Bovendien weet u hoe bij diabetische neuropathie de moderne ketenzorg georganiseerd is.
Sessie 47: ALV V&VN D&N
Sessie 48: Zelfmanagement, K. Cardol, N. Berkhout, P. vd Boog, C. Voorend
Voor patieten met chronische nierschade (CNS) is het aannemen en volhouden van een gezonde leefstijl (zoals regelmatige fysieke activiteit, een gezond dieet en gewicht, niet roken en medicijntrouw) cruciaal voor het remmen van ziekteprogressie en voorkomen van complicaties. Het veranderen van zelfmanagementgedrag en leefstijlgewoonten is voor veel patienten echter moeilijk, vaak door psychologische belemmeringen zoals emotionele belasting of een gebrek aan vertrouwen in eigen kunnen. Daarom is ondersteuning vanuit de zorg relevant. Een belangrijk onderdeel in de ontwikkeling van een zorgpad voor het bevorderen van zelf-management is het in acht nemen van zulke (psychologische) barrieres die patienten ervaren en factoren die juist helpen bij het veranderen van leefstijl. Daarom hebben we acht focusgroepen gehouden met in totaal 24 patienten en 24 zorgverleners in 4 Nederlandse medische centra. Transcripten zijn geanalyseerd volgens inhoudsanalytische aanpak. Verschillende thema's blijken een rol te spelen, zoals (gebrek aan) motivatie, (gebrek aan) sociale steun en (gebrek aan) acceptatie van CNS. De geïdentificeerde barrieres en helpende factoren zullen worden geintegreerd in een online zorgpad, waarmee we patiënten op passende en geïndividualiseerde wijze kunnen ondersteunen bij het wegnemen van psychologische barrieres en bevorderen van helpende factoren om een actieve rol in hun ziektemanagement aan te nemen.
Voor patientparticipatie is goede samenwerking tussen zorgverlener en patient cruciaal. Wat verwachten zij van elkaar? Wat zijn hun rechten? En wat zijn hun plichten?
Sessie 49: VWA, M. Snoeijs, G. Allers en M. ter Meer
Stenose en trombose van shunts, Patiënten met een autologe av-fistel hebben ieder jaar 36% kans op een stenose en 21% kans op een trombose van de vaattoegang; bij patiënten met een kunststof graft liggen deze percentages nog hoger (1). De primaire behandeling van een stenose in de vaattoegang is meestal een endovasculaire ballondilatatie; recidief stenoses treden echter vaak op. Er is daarom veel interesse in nieuwe endovasculaire technieken (drug-coated ballonnen, bare metal stents en covered stents) om deze recidiverende stenoses te behandelen en voorkomen. De behandeling van een getromboseerde vaattoegang varieert per ziekenhuis en het is niet duidelijk of een open of endovasculaire benadering betere resultaten geeft (2). Surveillance van av-fistels en grafts om asymptomatische stenoses op te sporen en te behandelen is wijdverbreid in de klinische praktijk. In onderzoeken naar het detecteren van asymptomatische stenoses werd surveillance echter op verschillende manieren uitgevoerd en varieerde de indicatie voor het behandelen van de gevonden stenoses. Een meta-analyse van deze onderzoeken liet zien dat surveillance geen effect had op de levensduur van de vaattoegang maar wel leidde tot minder tromboses (3)
Allers: De presentatie is gericht op het belang van verpleegkundig monitoring, diagnostiek en interventies bij shuntproblematiek.
Hierbij ligt de nadruk op de aanvullende diagnostiek mbt vingerdrukmeting en shuntflowmeting met echo. Dit zijn handelingen die door dialyseverpleegkundigen op de dialyseafdeling, zelfstandig kunnen worden uitgevoert.
Tijdens de presentatie worden een aantal patientencasussen besproken waarbij het belang van verpleegkundige diagnostiek naar voren komt.
Sessie 50: Geloof en stoppen met dialyse, M. Bulut
- ziekte vanuit de Koran
- ziektebeleving vanuit islamitische culturen
- hoe uit zich dat in de dialysepraktijk?
Sessie 51: Lean en verbeterborden, M Vlak, T. Hodes
M Vlak:
T. Hodes:
Sessie 52: Abstracts
Sessie 53: Nefrovisie, voorzitter M. Hemmelder, A. Ekker, E. ter Gast en M. Erenstein
“Registratie op het scherpst van de snede; meer privacy en minder solidariteit?”
Korte introductie van het onderwerp: de registratielast neemt toe en wordt als ongewenst beoordeeld door professionals. (Ont)regel de zorg is de nieuwe uitdaging. Nefrovisie doet met kwaliteitsregistratie Renine een beroep op registratie door professionals. De primaire doelstelling is om zowel de patiënt als professional informatie te verstrekken over de kwaliteit van nierzorg in de gehele keten. Dat kan alleen op basis van solidariteit. Echter mede door de nieuwe Europese privacy wetgeving (Algemene Verordening Gegevensverstrekking) wordt de solidariteit kwetsbaar en ontstaat er (te) veel juridische discussie.
M. Erenstein: In deze presentatie wordt kort geschetst waar de GGZ sector staat met het verzamelen, leren en verbeteren van uitkomstgegevens en welk doel er nagestreefd wordt. Vervolgens wordt ingegaan op de inhoudelijke en privacy discussie die over de dataverzameling gevoerd wordt en wat daarvan de geleerde lessen zijn. Tenslotte wordt geëindigd met enkele uitgangspunten voor het uitvoeren van kwaliteitsregistraties.
Anton Ekker: Op 25 mei 2018 zal de Algemene Verordening Gegevenbescherming (AVG) in werking treden. De AVG treedt in de plaats van de huidige Wet bescherming persoonsgegevens en bevat strengere en meer uitgebreide normen voor de verwerking van persoonsgegevens. Anton Ekker zal ingaan op de consequenties voor de praktijk. Welke stappen moeten partijen als Nefrovisie zetten om aan de AVG te voldoen en wat betekent dit voor zorginstellingen die gegevens aanleveren?
Na toelichting vanuit juridisch, filosofisch en professioneel perspectief gaan we o.l.v. moderator Marc Hemmelder graag met u in discussie hoe we de kwaliteitsregistratie toekomstbestendig houden.
Sessie 54:
Sessie 55: IntraDialytic Parenteral Nutrition (IDPN): Wel/niet? I. Jans, M. Norbert
I. Jans: Ik geef een korte presentatie over de DNN richtlijn IDPN. Daarna volgt een interactieve paneldiscussie over IDPN onder voorzitterschap van dr. F.M. van der Sande. Het geven van IDPN wordt niet door iedereen algemeen geaccepteerd als een goede of zinvolle behandeling. De voordelen en eventuele bezwaren zullen in de discussie aan bod komen.
M. Norbert:
Sessie 56: ALV DNN
Sessie 57: PD Parameters, A. v Eck v.d. Sluijs, Y. Schaareman
Eck: Er zal een overzicht gegeven worden van alle aspecten rondom dialyse effectiviteit bij peritoneale dialyse. Na uitleg over de opbouw en functie van het peritoneum zal aandacht worden besteed aan de Kt/V en zijn historie van streefwaarden. Vervolgens worden de begrippen 'klaring' en 'restnierfunctie' besproken. Tenslotte zal er stil gestaan worden bij de Peritoneale Equilibratie Test.
Claria en Sharesource verbeterd zorg?
Schaareman: Door implementatie van Claria en Sharesource kan er directer op de APD-behandeling ingespeeld worden. Wat merk je hiervan op de werkvloer en de patienten thuis??? Interactief, hoe ervaren andere centra dit?
Sessie 58: Psychiatrie, M. vd Linden
Interactieve workshop: uitleg over depressie, persoonlijkheidsproblematiek en angststoornissen. Daarbij worden de tips en trucs hoe om te gaan met de bijpassende symptomen/gedrag weergegeven.
Back due to demand! De workshop is het zelfde als vorig jaar, echter dit jaar hebben we meer tijd de diepte in de gaan mbt de ziektebeelden en de geleerde aanpak (kan niet/wil niet, ai/schop techniek!) te oefenen met praktijk voorbeelden.
Sessie 59: Abstracts
Sessie 60: Diabetes en PD, K. Dekker-de Vries
Eerst in het kort wat is diabetes mellitus, en wat zijn de behandelmethoden. Daarna waar moet je op letten bij een patient met peritoneaal dialyse en diabetes mellitus.
Sessie 61: Plan Workshop
Wetenschapsfilosofie, E. Koster
Het thema van de workshop betreft onderzoeksethiek. Eerst wordt een presentatie van ongeveer 20 a 30 minuten gegeven over de normen van Merton, de bedreiging van deze normen door de economisering van wetenschap, en (bij deze bedreiging passende) mogelijke remedies. Daarna wordt met de deelnemers doorgesproken over onder meer dit laatste punt. Wat vinden de deelnemers van mogelijke best practices? Herkennen ze de geschetste problemen? Welke maatregelen lijken hen zinnig?